Geplaatst op

Overgewicht kinderen ontstaat door kleine verschillen in energiebalans

Kleine verschillen in de dagelijkse energiebalans (inname versus verbruik van calorieën) zorgen bij kinderen op de lange termijn voor het al dan niet ontwikkelen van overgewicht. Dit blijkt uit promotieonderzoek van Saskia van den Berg, uitgevoerd bij het RIVM in samenwerking met het Julius Centrum van het UMC Utrecht.

Van den Berg maakte gebruik van gegevens van 2.190 kinderen uit de PIAMA studie, een grootschalig gezondheidsonderzoek onder kinderen. Tien procent van de kinderen die deelnamen aan de PIAMA studie ontwikkelde tussen het tweede en zesde levensjaar overgewicht. Deze groep kinderen kwam gemiddeld 4,8 kilogram meer aan dan kinderen met een normaal gewicht aan het einde van de studie. Van den Berg berekende dat voor 90% van de kinderen met overgewicht op 6 jarige leeftijd deze extra gewichtstoename in vier jaar tijd overeenkomt met een calorieoverschot van 75 kcal of minder per dag. Om een beeld te geven: 75 kcal komt bijvoorbeeld overeen met één glas frisdrank of 30 minuten lopen.

Overgewicht is nog steeds één van de grootste volksgezondheidsproblemen. In 2015 had 12% van de jongeren (van 4 tot 20 jaar) overgewicht. Overgewicht ontstaat als gevolg van een verstoorde energiebalans, waarbij de calorie-inname groter is dan het calorieverbruik. De onderzoekster van het RIVM denkt dat op basis van haar onderzoek het voorkómen van overgewicht bij deze groep haalbaar zou moeten zijn, door kleine aanpassingen te doen in het eet- en beweegpatroon. Bijvoorbeeld door water te drinken in plaats van frisdrank, of door vaker te fietsen of te lopen in plaats van met de auto te gaan. Aan de andere kant laat dit onderzoek zien dat een calorie-overschot snel gerealiseerd is. Met het eten van een klein zakje chips of een chocoladereepje is het al gebeurd. Van den Berg vindt het belangrijk dat mensen zich er van bewust zijn dat dergelijke keuzes in eet en-beweeggedrag er wel degelijk toe doen voor het krijgen van overgewicht.

Overgewicht door genetische variaties

Genetische verschillen tussen mensen kunnen effect hebben op calorie-inname, calorieverbruik en vetopslag en uiteindelijk overgewicht. In haar onderzoek vond Van den Berg verbanden tussen body mass index (BMI) en middelomtrek en vijf variaties in genen die een rol spelen bij de suiker en vetstofwisseling. Zo komt een bepaalde genetische variant in het SIRT1 gen bij ongeveer 17% van de Nederlanders voor. Mensen met deze variant hadden op volwassen leeftijd een hogere BMI (0,5 kg/m2) dan mensen die de variant niet hebben. Overigens is het volgens Van den Berg niet zo dat mensen met genetische gevoeligheid voor overgewicht ook altijd overgewicht krijgen. ‘Ze ontwikkelen het misschien makkelijker, maar uiteindelijk kunnen deze mensen door gezond te eten en voldoende te bewegen ook overgewicht voorkómen’.

De hierboven beschreven resultaten komen uit twee deelstudies van het proefschrift ‘Voeding en overgewicht. Epidemiologische studies naar inname, omgeving en genen’ van Saskia van den Berg. De RIVM-onderzoekster beschrijft hierin onderzoek naar een breed scala aan voedingsfactoren en overgewicht, waaronder visconsumptie door zwangere vrouwen, energiedichtheid van voedsel en veranderingen in het voedselaanbod op middelbare scholen. Van den Berg denkt dat een gezonder voedselaanbod belangrijk is om mensen gezond en niet teveel te laten eten.

Geplaatst op

Supermarkt PLUS categoriseert frisdranken op calorieën

Supermarkt PLUS plaatst in hun frisdrankenschap een zogenaamde calorieënmeter waardoor consumenten direct kunnen zien hoeveel calorieën er in een glas drank zitten. Het is de eerste supermarkt met een dergelijk systeem.

De winkel ‘vinkt’ als het ware alle frisdranken in het schap in drie categorieen: de beste, de middengroep en de slechtste. De indeling is gebaseerd op het aantal calorieën. Hoe minder caloriëen, hoe “beter” het drankje.

Op het schap geeft PLUS voortaan met drie kleuren, blauw (beste), geel (midden) en oranje (slechtste), aan hoeveel calorieën er in de verschillende frisdranken in het schap zitten.

Blauw staat voor nul tot tien kilocalorieën, geel voor elf tot 67,5 kilocalorieën en oranje voor meer dan 67,5 kilocalorieën per glas van 250 milliliter.

Geplaatst op

‘Fris en snoep bij middelbare scholen staan gezonde voeding in de weg’

Op verreweg de meeste middelbare scholen die een beleid voeren om in pauzes gezonde voeding aan te bieden staan toch nog frisdrank- en snackautomaten.

Die automaten staan een gezonde school in de weg, vindt het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu), het volksgezondheidsinstituut van de overheid.

Op negen van de tien onderzochte mbo-scholen (91 procent) staan nog steeds snackautomaten in het gebouw, bij middelbare scholen is dat percentage lager: 70 procent.

Het RIVM deed onderzoek onder 361 middelbare scholen en 88 vestigingen van mbo-scholen. De deelnemende scholen voerden een vragenlijst in over het aanbod.

Ongeveer de helft van de scholen heeft afspraken over een gezond voedingsaanbod binnen school schriftelijk vastgelegd in beleid.

Schoolbeleid

Het percentage scholen dat beschikt over een ‘gezonde schoolkantine’ is volgens het Voedingscentrum 37 procent. De scholen in het voortgezet onderwijs zélf zeggen dat de aandacht voor voeding is toegenomen (81 procent) en dat ze het voedingsaanbod hebben verbeterd (87 procent). Scholen in het middelbaarberoepsonderwijs (mbo) blijven achter in die ontwikkeling.

”Ook op andere aspecten van een gezonde voedingsomgeving, zoals het vastleggen in schoolbeleid en de aandacht tijdens de lessen, is nog winst te behalen”, aldus RIVM-voorman Matthijs van den Berg. ”We zien dat het aanbod in Nederlandse schoolkantines steeds meer verantwoord wordt. Dat is goed nieuws, al is er tegelijkertijd volop ruimte voor verbetering.”

Gezonde snacks zijn in die automaten niet of nauwelijks te vinden. Het instituut noemt dat teleurstellend: ”Je kunt als school nóg zo met gezonde voeding bezig zijn, als je niets aan de inhoud van de automaten doet, verlies je het effect”.

Door: ANP/NU.nl

Geplaatst op

‘Meer reclame voor groente en fruit op televisie’

De tuinbouwsector begint aan een reclamecampagne voor groente en fruit. Campagnes van Burger King en McDonald’s worden als inspiratiebron gebruikt.

Met name kinderen zouden meer groente en fruit moeten gaan eten. Met reclamecampagnes die deels worden gesubsidieerd door de sector zelf en deels door de Europese Unie, moeten de kinderen worden aangemoedigd om tomaatjes, broccoli en appels te nuttigen.

Staatssecretaris Martijn van Dam (Economische Zaken) vertelt in AD dat in de gemiddelde schoolklas één kind genoeg groente eet en één op honderd kinderen genoeg fruit binnenkrijgt.

Groente en fruit moeten “leuker” worden, een goed voorbeeld daarvan zijn de snoeptomaatjes, zo zegt Van Dam. “Probeer je kind maar eens een gewone tomaat te laten eten of zet ze deze voor. Juist die kleurverschillen vinden kinderen heel leuk.”

Door: NU.nl