De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) publiceerde woensdag 4 maart 2015 de Richtlijn voor de inname van vrije suikers door volwassenen en kinderen. Deze nieuwe richtlijn vervangt de voorgaande uit 2003. Toen was het voedingsadvies om niet meer dan 10 en% uit vrije suikers te halen. Minder dan 10 en% uit vrije suikers blijft in de nieuwe aanbevelingen bestaan, maar daarnaast is er het extra (conditionele) advies om de inname terug te brengen naar minder dan 5 en%. Kenniscentrum suiker & voeding vroeg deskundigen — verschillende experts uit diverse werkvelden — om een eerste reactie. Wat is bijvoorbeeld hun oordeel over de gevolgen voor de praktijk? Lees ook de wetenschappelijk uiteenzetting van prof.dr.ir. Gertjan Schaafsma: “WHO Richtlijn voor inname van ‘vrije’ suikers, een ongenuanceerde visie met gebrekkige wetenschappelijke onderbouwing”.
Vrije suikers zijn door fabrikant en consument aan producten toegevoegde suikers en de van nature aanwezige suikers in honing, siroop, vruchtensap en vruchtenconcentraat. De van nature aanwezige suikers in fruit, groente en zuivelproducten vallen hier niet onder. Meer informatie over de inname van suikers in Nederland vindt u hier. De WHO raadt een verminderde inname van vrije suikers aan tijdens de gehele levenscyclus. Ze noemen dit een sterke aanbeveling. Zowel kinderen als volwassenen zouden de inname van vrije suikers moeten beperken tot minder dan 10% van de totale energie-inname (ook een sterke aanbeveling). Dit advies is gebaseerd op observationele studies gericht op tandcariës en niet op het voorkomen van overgewicht. De WHO stelt daarnaast voor om de inname van vrije suikers verder te beperken tot minder dan 5 en%. Deze richtlijn is gebaseerd op slechts drie ecologische studies, gericht op tandcariës, uit naoorlogs Japan (1959/1960). De WHO vindt zelf dat de wetenschappelijke onderbouwing van die aanbeveling beperkt is.